Bram gaat naar oma
"Bram!" roept mama "Waar ben je?"
Bram komt al aanlopen.
"Ga je mee? We gaan naar oma?"
Bram springt meteen op. "Auto?" roept hij.
"Nee." zegt mama "Het is mooi weer. We gaan op de fiets."
De moeder van Bram pakt haar fiets en zet Bram in het zitje. De jongen kijkt in het rond en ziet van alles.
Hij roept: "Mama, boe ... beh ... auto."
Even verder roept Bram: "Bus."
Als ze bij oma zijn, komt oma al aanlopen.
Mam tilt Bram van de fiets en de jongen rent naar oma: "Oma!"
"Hallo jongen, ben je daar." Oma tilt hem op en samen dansen ze in het rond.
Even later roept Bram: "Opa?"
"Opa is bij de kippen." zegt oma.
"Opa toe. Kippen kijken." zegt Bram.
Oma, mama en Bram gaan naar het kippenhok.
De jongen ziet opa al en rent vooruit. "Opa!"
Opa kijkt en loopt naar de jongen. "Hé Brammetje!" Opa pakt hem op en samen dansen ook zij in het rond.
Bram lacht en is heel blij.
Met zijn allen lopen ze naar de kippen.
Als Bram ineens blijft staan, zegt opa: "Kom maar jongen, je hoeft niet bang te zijn. Zullen we samen de kip aaien."
Bram kruipt nog even achter opa, maar dan stapt hij naar de kip en aait hem.
De kip blijft staan en roept: "Tok tok."
Bram antwoordt: "Tokkietok."
Ondertussen pakt opa de eitjes uit het hok. Bram ziet het en roept: "Ei."
"Ja, jongen, die neem ik wel mee." zegt opa.
"Dan gaan we nu naar binnen, want ik wil koffie."
"Koffie!" roept Bram.
De grote mensen moeten lachen en samen gaan ze naar binnen.
"Opa, eitje bakken. Lekker!"
"Zo jongen, heb jij honger? Wil je graag een gebakken eitje?" vraagt opa lachend.
"Ja, lekker, eitje. Ikke eten." antwoordt Bram.
Opa gaat naar het fornuis en doet wat boter in een koekepan en zet de pan op het vuur.
Dan doet hij vier eitjes in de de pan.
Ondertussen dekt oma de tafel.
"Oma helpen." roept Bram.
"Kom maar, dan mag jij de borden heel voorzichtig op de tafel zetten."
Bram loopt naar oma en zet heel voorzichtig de borden op de tafel.
Opa is druk bezig met de eieren te bakken.
Als het bakken klaar is, gaan oma, moeder en Bram aan de tafel zitten.
Opa komt eraan met de eitjes.
Alle vier eten ze een eitje. "Opa, lekker. Ik grote jongen worden."
Met zijn allen moeten ze lachen om de bijdehandte jongen en ze eten lekker hun eitje op.
Als ze lekker hebben gegeten, gaan moeder en Bram weer naar huis.
"Dag opa, dag oma."
Bram draait zich om op de fiets en zwaait net zo lang tot hij opa en oma niet meer kan zien.
Met de deel-knop van uw browser, of met onderstaande koppelingen deelt u deze pagina via sociale media of e-mail.