Oma wordt een sterretje
"Mam, gaan we naar oma?" vraagt Bob.
"Ja, we gaan zo. Maar jullie moeten wel een beetje rustig zijn. Oma is erg ziek."
"Wordt ze gauw weer beter?"
"Oma is heel ziek en ligt in bed. Ze wordt helaas niet meer beter. Nu kan oma nog praten, maar straks gaat ze voor altijd slapen. De mensen zeggen dan dat ze dood gaat."
Even is het stil. De kinderen denken na over wat moeder net gezegd heeft.
"Mama, mogen we onze nieuwe schoenen aan? Dan kan oma ze nog zien."
"Dat is een goed idee."
Moeder loopt naar de kast en pakt de schoenen eruit. "Bob, je bent al een grote jongen. Doe jij je schoenen zelf aan."
Bob pakt zijn stappers en trekt ze aan. Greetje is nog te klein om dit zelf te doen. Mama trekt bij Greetje de schoenen aan en maakt ze vast. Als bob de stappers aan heeft, zegt hij trots: "Kijk mam. Ik kan het zelf."
"Goed zo, jongen." antwoordt mam.
Met zijn drieën gaan ze lopend naar oma. Oma ligt in bed, ze is wakker. Greetje gaat voorzichtig op het bed zitten en zegt: "Kijk oma. We hebben nieuwe schoenen!"
Oma kijkt en zegt: "Nu ben je zo mooi als de poes!"
Greetje glimlacht trots.
Oma vraagt aan Bob: "Heb jij ook nieuwe stappers?"
"Ja, oma. Kijk maar." En hij tilt zijn been op. Nu kan oma de schoenen goed zien. "Die zijn ook al zo mooi."
Lena, Bob en Greetje zijn blij dat ze nog even samen met oma zijn. Ook oma is blij om Lena en de kleinkinderen nog even te zien. Ondertussen kijkt moeder Lena naar oma en ziet dat oma vermoeid is. Na een kwartiertje gaan ze weer naar huis, want oma moet veel rusten.
Een paar dagen later vertelt moeder aan de kinderen dat oma gestorven is.
Greetje vraagt aan haar moeder: "Mam, wordt oma nu nooit meer wakker? Waar gaat ze dan naar toe?"
"Nee, oma slaapt voor altijd. Ze gaat naar de hemel. Ze wordt een sterretje, dat ons altijd kan zien."
Even later vraagt moeder: "Willen jullie oma nog zien nu oma dood is?"
"Maar mam, is ze dan nog niet onder de grond?"
"Nee, als iemand dood is, wordt ze eerst gewassen, dan worden haar haren gekamd. Daarna krijgt ze mooie kleren aan en wordt ze in de kist gelegd. Na een paar dagen gaan we naar de kerk en dan wordt ze daarna op het kerkhof begraven."
Eind van de dag wordt moeder gebeld door tante Betty of zij wil helpen met bloemen uitzoeken voor oma.
Greetje vraagt: "Gaan die bloemen dan ook in de kist?"
"Nee, er komen bloemen op de kist. De andere liggen of staan in de slaapkamer om oma heen."
De volgende dag mogen Bob en Greetje weer mee naar oma. Oma ligt nu in de kist. Opeens schrikt Bob: "Mam, ik hoor iets. Wat is dat?"
Moeder antwoordt: "Dat is de koeling die zorgt dat oma mooi blijft."
Bob zegt: "Ik vind het niet eng. Het is net of ze slaapt en of ze naar ons ligt te luisteren."
Greetje zegt: "Mam, ik vind het fijn dat er kaarsen bij oma branden. Nu is ze niet alleen en is er een lichtje bij haar."
Moeder is er stil van. Ze vindt het bijzonder dat de kinderen zo mooi met oma en de dood omgaan. Voordat ze de slaapkamer uitgaan, geven ze oma nog een kushandje.
Als ze weer in de huiskamer zijn, vraagt Bob: "Mam, van oma mocht ik altijd een snoepje. Mag ik er nu ook één?"
Lena weet even niet wat ze moet zeggen. Dan zegt ze zachtjes: "Dat weet ik niet. We kunnen het niet meer aan oma vragen."
Bob antwoordt: "Ik ga wel even naar oma. Dan vraag ik het." Hij loopt naar de slaapkamer van oma. Even later komt hij terug en zegt: "Het mag. Ik heb het gevraagd."
Lena glimlacht. Die kinderen toch.
Greetje is verdrietig "Mam, ik vind het jammer dat oma er niet meer is. Nu kunnen we niet meer kletsen."
Lena pakt met de tranen in haar ogen haar dochter op en geeft haar een knuffel.
Als ze weer thuis zijn, vraagt Greetje: "Mam, als de kist dicht gaat, mag ik dan mee?"
Moeder antwoordt: "Dat gaat niet. Daar zijn alleen de kinderen van oma bij. Dat is ook niet zo leuk, want dan zien we oma voor het laatst. Dat is erg verdrietig en dan gaan we huilen."
"Oh." antwoordt Greetje.
Op de dag van de begrafenis mogen Bob en Greetje mee. Als de auto aankomt, kijken ze heel verbaasd en Bob zegt: "Mam, passen die kist en al die bloemen in de auto?"
"Ja," zegt moeder "die auto is daar speciaal voor gemaakt. Dat noemen ze een rouwauto."
Alle kleinkinderen krijgen een bloemstuk in hun handen. Ook Bob en Greetje mogen een klein bloemstukje vasthouden. Iedereen loopt met de bloemen achter de kist aan. Na de kerkdienst mogen alle kleinkinderen de bloemen naast het graf leggen. Ook Bob en Greetje.
Een week later moet Lena werken en gaan de kinderen naar de buurvrouw.
Bob vraagt: "Mam, gaan we naar het graf van oma?"
"Dat weet ik niet. Dat moet je aan de buurvrouw vragen. Maar anders gaan we er vanmiddag even naartoe."
Als moeder terugkomt, zijn de kinderen al met buurvrouw naar het graf geweest.
"Mam, alle bloemen lagen er nog. We hebben onze tekeningen erbij gelegd. Ik vind het fijn dat oma nu een sterretje is. Nu kan ze ons altijd zien.
Met de deel-knop van uw browser, of met onderstaande koppelingen deelt u deze pagina via sociale media of e-mail.