Mevrouw Bibbelbie
De oude mevrouw Bibbelbie woont al vele jaren in haar houten huisje aan de rand van het dorp Munnikendeuk. Het is er altijd erg rommelig, maar wel gezellig. Iedereen in de buurt kent haar. Ze woont er samen met haar poes Snorrige Snater en de muizen Knissie en Knagie.
De postbode van Munnikendeuk is pas verhuisd. Nu is er een nieuwe. Niemand heeft hem nog gesproken. Op zijn oude fiets rijdt hij door het dorp, duwt vlug de post bij de mensen in de brievenbus en gaat dan snel naar huis.
Vandaag zijn Hieke en Lieke gezellig aan het krijten op de stoep als de brievenbezorger eraan komt. Zoals gewoonlijk heeft hij nogal haast.
Plotseling springt Hieke op en roept: "Zullen we gaan hinkelen?"
Ook Lieke springt omhoog en roept: "Ja, daar heb ik echt zin in!"
De vriendinnen hebben niet in de gaten dat de postbode eraan komt en zij schrikken erg als hij boos roept: "Kijk uit! Ga aan de kant, dekselse meiden."
Lieke schrikt zo dat ze haar evenwicht niet kan houden en valt op de grond. De tranen staan in haar ogen als ze roept: "Auau .. au."
De man rijdt mopperend door.
Ze zijn vlakbij mevrouw Bibbelbie. Hieke helpt haar vriendin rechtop en samen lopen ze naar de lieve vrouw.
"Meissie, wat is er met jou gebeurd? Kom, dan krijg je eerst een warme knuffel en ga dan maar even lekker in die stoel zitten. Dan maak ik een beker warme melk en ik heb nog heerlijke aardbeien."
Lieke gaat in de stoel zitten. Ondertussen maakt mevrouw Bibbelbie de melk en de aardbeien klaar.
Als dit gebeurd is, zegt ze: "Zo en vertel nu maar eens wat er allemaal aan de hand is."
Met horten en stoten vertelt de kleine meid dat ze bijna omver gereden werd door de nieuwe postbode, dat ze erg schrok en viel.
"Die man is ook niet echt vriendelijk." zegt de oude dame. "Hij praat met niemand. We weten niet eens hoe hij heet."
Hieke is naast Lieke gaan zitten. Na een paar minuutjes springt Snorrige Snater bij Lieke op schoot. Weer schrikt het meisje, maar als ze ziet dat het de poes is, begrijpt ze dat ze niet bang hoeft te zijn. Zachtjes aait Lieke het beestje. Langzaam wordt ze weer wat rustiger.
"Ik heb een idee." zegt mevrouw Bibbelbie. Ze gaat voor de meisjes zitten en fluistert wat ze van plan is. Doordat de vrouw zo zachtjes praat, klinkt het heel spannend.
Ineens beginnen de kleine oogjes van de meiden te glinsteren. Hieke en Lieke krijgen nog wat lekkers en dan gaan ze naar huis.
Drie dagen later gaan Hieke en Lieke weer naar mevrouw Bibbelbie.
"Goedemorgen meiden." klinkt het bij binnenkomst.
De meiden gaan in een stoel zitten en kletsen erop los. Ze zijn erg opgewonden.
Na een half uur wordt er aangebeld. De oude vrouw gaat naar de deur en doet open.
"Goedemorgen, wat kan ik voor u doen?" zegt ze tegen de postbode die voor haar staat.
"Ik heb een pakketje voor u." moppert de man.
"Komt u maar even binnen, want ik heb mijn bril niet op."
"Daar heb ik toch geen tijd voor!" moppert de man. Toch loopt hij met de vrouw mee en hij heeft niet door dat de meiden, die hij bijna omver had gereden, daar zitten.
"Gaat u maar even zitten." zegt de oude dame.
"Ik heb geen tijd. Ik heb nog meer post!" roept de postbode ongeduldig.
"Meneer, wat is uw naam? Ik vind het prettig als ik weet met wie ik te maken heb." zegt mevrouw Bibbelbie vriendelijk.
"Ik ben 'Morrie' Knotter." zegt de man nors.
De meiden moeten een beetje lachen om zijn naam, maar ze houden zich in vanwege zijn gemopper.
Na een paar minuten kruipt Snorrige Snater bij hem op schoot.
"Haal dat beest weg! Ik houd niet van katten!" bromt hij.
De oude vrouw kijkt hem vriendelijk aan en zegt: "Als u hem vriendelijk aait, gebeurt er niets, anders kan hij flink krabben."
De vriendinnen kijken een beetje gespannen hoe hij reageert.
"Voelt u zich al helemaal thuis in het dorp?" vraagt vrouw Bibbelbie.
"Ik ken niemand. Ik doe mijn werk, basta!" krijgt ze als antwoord.
"Als u wat vriendelijker zou zijn dan is het goed voor uzelf, maar ook gezelliger voor uw medemens. Kijk eens naar deze lieve meiden. Meiden, geef de postbode eens een hand."
Hieke en Lieke schudden hem de hand en zeggen netjes hun naam.
"Kijk, nu kent u alweer twee mensen. De poes, die heerlijk bij u ligt, heet Snorrige Snater. Die twee muizen die daar lopen zijn Knissie en Knagie."
"Waar zijn muizen?" gilt 'Morrie' "Dat zijn geen huisdieren. Getsie!"
De vriendinnen hebben lol om de bange reactie van de man. De muizen lopen naar hem toe en proberen via zijn broekspijpen omhoog te klauteren. De postbode springt overeind en stampt in de hoop dat de muizen er vandoor gaan.
"Rustig aan. Knissie en Knagie, kom hier." kalmeert vrouw Bibbelbie. "Als u gewoon eens rustig en vriendelijk doet, wordt uw leven een stuk simpeler. En weet u wie die meiden zijn? U heeft Lieke van de week bijna omver gereden, omdat u altijd zo'n haast heeft. Ik zou dus mezelf maar eens verontschuldigen, als ik u was."
'Morrie' krijgt een vuurrood gezicht en hij stottert tegen de vriendinnen: "Sorry, sorry .. dat .. was .. niet .. m'n .. be .. doe .. ling."
De meiden moeten wel een beetje lachen om hem. Ze zien nu dat het geen kwade man is, alleen een mopperkont. Ze lopen naar hem toe en geven hem nog eens een hand. Hij voelt in zijn broekzak en haalt er twee snoepjes uit en geeft ze aan het tweetal.
"Dank u meneer." roepen ze in koor.
De postbode drinkt nog een kopje thee en wordt steeds vriendelijker. Hij vertelt: "Ze noemen me 'Morrie', omdat ze vinden dat ik altijd zo mopper."
"Dat kan ik begrijpen," zegt mevrouw Bibbelbie "maar nu ik wat langer met u praat, merk ik dat u best viendelijk bent."
'Morrie' begint te blozen.
Na de thee zegt de postbode: "Nu moet ik er echt vandoor. Bedankt voor de thee en de wijze les."
Hij geeft vrouw Bibbelbie een hand en zegt iedereen gedag.
Hierna gaan de meiden ook weer spelen.
Als ze na een week de postbode weer tegenkomen, zeggen ze: "Hallo postbode."
Hij antwoordt vriendelijk met: "Dag meiden."
Met de deel-knop van uw browser, of met onderstaande koppelingen deelt u deze pagina via sociale media of e-mail.